voetbal
Voetbal

Voetbal

Hoewel mijn eigen verrichtingen op het gebied van de voetbalsport zeer pover zijn gebleven, en ondanks de vele negatieve kritiek op deze oudste der teamsporten van Europa, heb ik het spel als zodanig nog steeds lief. In de kringen waar ik gewoonlijk verkeer is het absoluut bon ton om over zoets als sport te praten, laat staan na te denken. Sport is onbeschaafd, triviaal omdat het de prestatie, het winnen, vooropstelt en als zodanig een vernedering is voor mijn kunst- en cultuurminnende vrienden en kennissen. Omdat ik mijn moeizaam verworven plaats in hun midden niet wil verspelen, zal ik dan ook nooit het onderwerp sport te berde brengen. Zelfs wanneer er, bij hoge uitzondering, gepraat wordt over tennis of golf, meng ik mij niet in het gesprek. Van mijn voorkeur voor sport en in het bijzonder voetbal heb ik nimmer iets doen blijken.

Mijn liefde is geheim, en dient dat te blijven. Dat neemt echter niet weg, dat ik veel denk en ook schrijf over voetbal. Ik doe dat in de vorm van ingezonden brieven, welke ik opstuur aan de redacties van alle landelijke voetbalbladen. Anoniem natuurlijk, of onder pseudoniem, incognito dus eigenlijk. Ook schrijf ik aan voetbaltrainers, soms zelfs aan voetballers. Dat befaamde totaal voetbal bijvoorbeeld: van mij!

Ik kan moeilijk inslapen. En, om nu te verhinderen dat ik ga piekeren, laat ik mijn geest los op het voetbal. Ik filosofeer over techniek, motoriek, tactiek, strategie, persoonlijkheid, totaliteit en noem maar op. Heel vaak kom ik tot verrassende conclusies of vondsten. Onlangs bedacht ik een manier, waarop een voetballer de bal mee zou kunnen nemen, zonder dat er een andere speler bij zou kunnen, én, waarbij de bal de grond niet zou raken. Alles volgens de spelregels niettemin. Op de door mij uitgedachte wijze zou hij zo op de goal van de tegenstanders kunnen lopen en de bal met een simpele beweging over de doellijn kunnen werken.

Er was één voorwaarde: de speler in kwestie zou over een meer dan uitzonderlijke balvaardigheid moeten beschikken. Omdat ik het hele landelijke spelersaanbod ken als de onderbuik van mijn vrouw, vind ik dat er maar één kandidaat was: Arend Wildekindt, de rechtsbuiten van Wit-Zwart.

Ik schreef hem een brief, waarin ik hem mijn vondst mededeelde, compleet met een drietal tekeningen, die alles moesten verduidelijken. Voetballers, zeker Arend Wildekindt, zijn ondanks tactisch inzicht en technisch vernuft nogal slecht in staat geschreven informatie tot zich te nemen.

De daaropvolgende zondagmiddag bezocht ik het stadion van Zwart-Wit. De club stond op dat moment vierde op de ranglijst en mocht die middag tegen de nummer een. Het verschil was slechts twee punten, er stond dus nogal wat op het spel.

Nu moet ik eerlijk zeggen, dat ik niet verwacht had, dat Arend zich mijn voorstellen ter harte zou nemen, ik hoopte enkel dat hij, misschien aan het einde van de wedstrijd bij gewonnen stand van zijn team, de bal op de door mij uitgedachte manier met zich mee zou nemen, al was het maar even.

Ik was dan ook aangenaam verrast toen hij, bij zijn eerste balcontact – en dat was onmiddellijk na de aftrap van de bal, – en nu komt het – met de knie op zijn hoofd wipte. De bal stuiterde enkele keren op zijn al wat kalende schedel en bleef vervolgens stil op zijn voorhoofd liggen. Toen hij begon te lopen in de richting van het doelgebied van de tegenstanders verstomde het publiek, dat tot dan toe luidruchtig van zijn aanwezigheid had blijk gegeven.

Arend versnelde zijn pas, terwijl de bal in perfecte balans tegen zijn wenkbrauwen bleef liggen. Er was geen speler die reageerde, precies zoals ik hem in mijn brief voorspeld had. Zelfs de scheidsrechter en beide grensrechters bleven stokstijf staan. En Arend rende door. De doelverdediger zag hem gebiologeerd naderbij komen, maar wist slechts verbaasd een hand op te steken toen Arend de bal met zijn hoofd over de doellijn duwde.

Op dat moment was het doodstil in het stadion. Omdat alles afhing van de man in het zwart, verdwaalde blikken op de scheidsrechter gericht. Deze dacht zichtbaar diep na. Hij keek naar de grensrechters. Toen die beiden hun schouders hieven blies hij op zijn fluit en wees resoluut naar de middenstip. Er brak meteen een oorverdovend tumult los. De aanhangers van Zwart-Wit juichten en zongen, terwijl de supporters van de tegenpartij joelden en scheldkoren aanhieven.

De scheidsrechter wilde het spel laten aftrappen, maar de spelers van de tegenpartij omsingelden hem in een poging om op gewelddadige wijze tegen zijn beslissing in beroep te gaan. De man sloot echter demonstratief zijn ogen en wees vastberaden naar de witte kalkcirkel in het midden.

Een van hen zag hoe Arend even buiten de cirkel op een tergende wijze van zijn triomf stond te genieten. Hij maakte er zijn medespelers attent en, nog voor de scheidsrechter de fluit naar zijn mond had kunnen brengen, stortten ze zich als één man bovenop hem. Arend werd zo zwaar mishandeld, dat hij in coma geraakte.

Vandaag las ik, op de sportpagina van mijn favoriete krant, dat Arend aan zijn kwetsuren overleden is. Dat vind ik jammer, hij had nog veel voor het voetbal kunnen betekenen.

Terug naar boven
Terug

This is a unique website which will require a more modern browser to work!

Please upgrade today!

Share