muvr
Les Arcs, 2005

Les Arcs, 2005

Vanmorgen vroeg uit Grasse vertrokken. We wilden naar Cannes en van daaruit over de N98 langs de kust — de Côte d’Azur — naar Fréjus en van daaruit naar Draguignan dat zo’n 30 km landinwaarts ligt.

Grasse was nog bewolkt toen we daar wegreden, maar tegen de tijd dat we in Cannes du Mediterranee zaten, was de zon inmiddels tevoorschijn gekomen. Net buiten Cannes nog even met de blote voetjes in de zee gevoeld. Het was tien uur ’s morgens, maar toch al flink druk op het strand. De weg naar Fréjus langs de kust was één aaneenschakeling van uitzichten. De weg voerde hoog langs de rotsachtige kust. We zagen palmen, villa’s, rode rotsen, pittoreske baaien. Halverwege stopten we bij een klein snackrestaurant dat aan de kustzijde een terrasje had in de vorm van twee tafeltjes met parasol en een paar stoeltjes vlak bij de steil afdalende rotswand.

Hostellerie le Moulin de la Foux ligt in de heuvels vóór Draguignan. Inderdaad, een oude watermolen, maar de beek stond droog, zoals zovele riviertjes hier in het zuiden. De kamer is niet geweldig en de badkamer met douche al evenmin. De verf van de muur is flink afgebladderd. Maar het is redelijk schoon en onze gastheer, een kleine dikke man met rode wangen en vlassig rossig haar met dito baard. Eten kunnen we er niet, want er is een bruiloft vanavond en daar heeft meneer z’n handen vol aan. Er is een camping iets verderop. Daar kunnen we zwemmen. We moeten gewoon zeggen dat we hier in het hotel zitten.

Het was warm, drukkend bijna Hollands heet, toen we op het terras van de camping eerst wat aten en dronken. Trudy nam een salade mixte, ik een salade verte. Best lekker fris, niet dat het vult, maar toch.

Toen we op onze salades zaten te wachten viel Trudy’s oog op een affiche: I Muvrini, vanavond in Les Arcs, een middeleeuws plaatsje 10 km ten zuiden van Draguignan. I Muvrini! Hadden we net nog gedraaid hier naartoe.

‘Laten we het proberen,’ zei Trudy. Die kans krijg je misschien nooit meer. We krijgen er spijt van als we het niet doen. Dertig euro per persoon is niet niks, maar wat kan het verrekken. I Muvrini in de open lucht!

Bij het Office du Tourisme in Draguignan, las ik, kon je kaartjes kopen. Wij daar naartoe, onverwijld. Meevaller: het bureau was open. Diepe teleurstelling: alles uitverkocht, ‘complet complet’. U zou kunnen proberen bij de entree tickets te kopen. Er blijft soms wat over, zei de aardige mevrouw van het toeristenbureau.

‘Weet je wat we doen,’ zei ik tegen Trudy, ‘we rijden gewoon naar dat plaatsje toe en dan zien we wel. Wie weet?’

Op de camping nog even naar huis gebeld. Simon en Eva tegelijk aan de telefoon, lief. Ze willen maandag naar Antwerpen met z’n vieren. Of wij ze dan op onze weg terug willen oppikken. Is wel 400 kilometer om. We spreken af in Maastricht maandagmiddag, gaan we daar meteen een hapje eten.

In Les Arcs volgen we op goed geluk het bordje parking du théatre. Een geasfalteerd parkeerterrein, nog bijna helemaal verlaten. Aan het eind staan hekken. Er staat een man met zonnebril en baseball cap. Belangrijk, dat zie je zo. Ik vraag hem of we nog aan kaartjes kunnen komen. ‘We komen de Hollande,’ zeg ik. ‘Dit is een unieke kans. Daar moeten we bij zijn.’

‘Er is nog een concert,’ zegt hij, ‘woensdag.’

‘Maar we moeten morgen terug,’ zeg ik. ‘Zo’n kans krijgen we nooit meer!’

‘Wacht,’ zegt hij, en roept twee dames die met allerlei kassaspullen onder de arm aan komen lopen. De ene vrouw, duidelijk de baas van de kassa, monstert naar ons, terwijl de man duidelijk uitlegt dat we uit Holland komen en morgen alweer vertrekken. Ze lacht en zwicht: we moeten om 19:00 uur stipt hier zijn, dan liggen er twee kaartjes klaar.

‘Comment vous appelez-vous?’

‘Van Kes-te-ren’ spel ik.

En wonder! Om 19:00 uur liggen er inderdaad twee kaartjes klaar, in een envelop waarop staat: ‘2 ticket pour mr et mis …? de Hollande’.

Onvergetelijk. Die I is fantastisch. Heb zelfs moeten janken bij ‘Agnus Dei’ en vierstemmig a capella gezongen choraal, publiek helemaal wild. ‘Vive la Corso’ klonk het van de tribune. Iemand zwaaide met een witte vlag met een bandera: ‘E sempre corsa’. Corsica forever, denk ik. Indringende muziek die je raakt in het hart. Oeroud en toch van de toekomst. I zelf is een onopvallende verschijning met een bescheiden motoriek. Soms draagt hij gedichten voor en wijst daarbij veelvuldig om zich heen. Dat blijf hij doen.

Op het laatst zingt en klapt iedereen mee. I is helemaal verrukt en drukt ons aan zijn hart. Als we terug zijn toch maar een cd’tje kopen.

Dit is het nummer dat erbij hoort, tranentrekker!

Terug naar boven
Terug

This is a unique website which will require a more modern browser to work!

Please upgrade today!

Share