onderzoek
Het onderzoek

Het onderzoek

Ze zaten op de uitslag van de vruchtwaterpunctie en het bloedonderzoek te wachten. Hij, een vermoeid ogende late dertiger met een te dikke buik en ongezond rode gelaatskleur, las een gedateerde editie van de Autokampioen. En zij, een jong verlegen vrouwtje met een kapsel volgens de laatste mode, staarde door de gele ziekenhuisvitrage naar buiten, terwijl ze gespannen op een haarlok kauwde.

Toen ze zuchtte keek hij op. Hij schudde zijn ietwat opgeblazen hoofd met de al grijzende slapen.

“Maak je niet druk kindje. Gewoon routine. Dat doen ze bij elke aanstaande moeder. Niks aan de hand.”

Ze antwoordde niet. Alsof ze niet gehoord had wat hij zei, hield ze haar ogen op de druilerige binnenplaats gericht waar twee verpleegsters samenzweerderig lachend onder een paraplu voorbij liepen.

De deur zwaaide open. De gynaecoloog verscheen, en bleef even in de deuropening staan alsof hij op muziek wachtte die zijn binnenkomen tot een glorieuze entree zou verheffen. Hij had zwart glanzend haar dat in wufte krullen over zijn oren viel. Zijn Clark Gable-snorretje en zijn elegante verschijning completeerden het stereotype beeld dat vooral in de mannenbladen die aan bloot deden bestendigd werd.

Hij zette zich op het glazen blad van het rotan tafeltje dat daarbij even protesterend kraakte. Toen hij begon te spreken trok hij een gezicht dat een diepe betrokkenheid en gepast medegevoel moest verraden.

“Mevrouw, meneer, ik behoor tot die groep van geneesheren die eerlijkheid boven alles stellen. Daarom zeg ik het u nu maar meteen en heel direct.”

Hij keek hen beurtelings aan. Zijn blik had iets goddelijks; hij genoot zichtbaar van de reactie die zijn woorden teweegbrachten. De vrouw sperde haar ogen wijd open en stopte nog een haarlok in haar mond. De man sloeg met een uitdrukking van opperste verbazing zijn Autokampioen dicht.

“Het onderzoek heeft uitgewezen, dat uw kind, dat overigens van het mannelijke geslacht is, een DNA-structuur heeft met een ernstige afwijking. Het kind zal ziek geboren worden. Al zal de ziekte zich pas later openbaren. Nu is mijn vraag, heel direct en misschien een tikkeltje te pragmatisch – maar zo ben ik – wilt u het kind krijgen?”

De vrouw uitte een smartelijke snik en stak nog een haarlok in haar mond. Ook de man zei niets, zijn houding drukte ongeloof uit.

“De erfelijke aandoening waartoe uw zoontje gepredestineerd is,” zo vervolgde de arts met een gezicht dat bij zijn status hoorde, “komt gelukkig nauwelijks meer voor. Maar er is een tijd geweest, dat er zo’n twintig procent van de bevolking mee door het leven moest. Sterilisatie en genetisch onderzoek hebben ervoor gezorgd dat deze gevreesde ziekte nu zo goed als uitgebannen is. Ik vind het verschrikkelijk voor u maar moet u dringend adviseren met een abortus in te stemmen.”

“Maar wat mankeert hij dan?” vroeg de vrouw, terwijl hij met de rug van zijn hand over zijn voorhoofd streek.

De arts leek de vraag te negeren. “Komt homofilie voor in uw familie?” vroeg hij de vrouw.

“Wat zegt u,” stamelt zij, een beetje verstikt met al dat haar in haar mond. Hij keek haar bestraffend aan. “Nu ja,” stotterde ze, “een oudoom van mijn moeder leed eraan, geloof ik. Maar hij was zwaar lichamelijk gehandicapt en bovendien gesteriliseerd.”

Haar man onderbrak haar. Verontwaardigd slingerde hij zijn woorden in het meedogenloze gezicht van de vrouwenarts.

“Wilt u beweren dat ons kind als homofiel ter wereld zal komen? Dat geloof ik niet. Dat kan en wil ik niet geloven.”

“Toch is het zo” zei de arts.

De man snoof als een tot het uiterste getergde stier en keerde zich naar zijn vrouw.

“Waarom heb je me dat verdomme nooit verteld”, brieste hij, zijn woorden gingen vergezeld van speeksel. “Denk maar niet dat ik met je getrouwd zou zijn als ik dat geweten had. Dit muisje zal een staartje hebben, meisje. De vrouw begon te huilen in steeds heftiger schokken.

“Ik was het vergeten”, snikte ze. “Eerlijk, ik heb er nooit aan gedacht dat het gevaarlijk zou kunnen zijn.”

“Sorry mensen,” viel de arts hen in de rede, “maar zou u zo vriendelijk willen zijn mij deze echtelijke onenigheden te besparen. Ik ben geen psycholoog, laat staan relatiedeskundige. Bovendien ben ik een druk bezet man. Dat wil zeggen, ik heb nog meer te doen. Daarom vraag ik u nogmaals, wilt u het kind geboren laten worden?”

“Natuurlijk niet,” snauwde de man met een hatelijke blik in de richting van zijn vrouw.

“O, nee?” schreeuwde zij vragend. “Ik heb zeker niets in te brengen. Mij wordt weer eens niks gevraagd.” Ze was nu eens furieus. “En als ik het toch wil hebben, wat denk je daartegen te doen. Het is mijn kind en als ik het wil, dan heb jij daar niets mee te maken.”

“Wel verdomme” verhief de man nu ook zijn stem. De aderen bij zijn slapen zwollen blauw op en leken open te zullen springen.”

“Ik wil het niet, en ik ben nog steeds de baas. Ik werk me het apezuur om jouw luie leventje te laten leiden dat je zo graag wilt, en dan wil je míj de wet voorschrijven. Nee, meisje, dan zal je moeten kiezen. Het kind of mij. Als jij het wilt hebben, prima, maar dan ben ik wel weg. Dan kun je proberen om van een bijstandsuitkering rond te komen. Jij en je kind. Dan kun je je tennis en die auto wel vergeten. Dan zal je moeten gaan poetsen of zo om een beetje rond te kunnen komen.”

“Alstublieft, kwam de arts tussenbeide, “luistert u nu eens even. U moet weten dat wij dit soort discussies in zulke gevallen steeds weer opnieuw aan moeten horen. Dan zult u begrijpen dat je daar als medicus, die geen enkele persoonlijke band met de aanstaande ouderparen zoals u heeft, op den duur doodziek van wordt. Daarom hebben de staat en de praktische geneeskunde gezamenlijk besloten zelf te bepalen wat er in dergelijke vergelijkbare gevallen moet gebeuren.  Wat ik wil zeggen is, dat uw discussie er eigenlijk niets toe doet. De vraag die ik u stelde was enkel voor de vorm. Wij, dat wil zeggen ik, hebben al lang bepaald dat het kind niet zal leven. Het spijt me.”

Hij gaf de vrouw een bemoedigend klopje op de schouder en verliet de wachtkamer na in de deuropening eerst een pirouette te hebben gemaakt met verontschuldigend opgeheven armen.

Terug naar boven
Terug

This is a unique website which will require a more modern browser to work!

Please upgrade today!

Share