kinderwagen
Zondag

Zondag

Voor het eerst met z’n drieën voor een langere rit met de auto op stap geweest. Helaas een verkeerde dag uitgekozen. Veel en veel te heet. Ik had te veel vertrouwen in de airconditioning van onze rode Saab. In plaats van de geleidelijke afkoeling die ik hoopte te bespeuren, liep de temperatuur gestaag op. Het doel van deze typisch burgerlijke, maar voor ons verrassend ‘nieuwe’ trip, was het Kröller Muller museum nabij Otterlo en Hoenderloo.

In verband met de wetmatige hinderlijkheid van Simons voedingen, vertrokken we zo laat dat we pas tegen vieren in het museum de eerste sculpturen mochten bewonderen. Die voor en binnen in het gebouw stonden dan wel te verstaan, want toegang tot de beeldentuin werd ons door twee suppoosten in burger met klem ontzegd.

We moesten node, wat zeg ik – genoegen nemen met een plusminus dertigtallige collectie schilderijen van Van Gogh. Waarachtig niet te smaden. Al voelde ik mij een peuter op het gebied van de grote kunst te midden van walgelijke kunstminnaars, en soms even walgelijke kunstwerken. Er was een dikke zwartharige, nog jonge Amerikaanse vrouw, die haar hooguit vijfjarige zoontje met veel liefde voor de kunst wees op “all those white strokes of paint, you see”.

Het manneke draaide zijn blonde pijpgekrulde hoofd gegeneerd weg uit de grote dringende hand van zijn moeder, toen hij mijn enigszins spottende blik zag.

Eerlijk, sommige sculpturen bezorgen mij vooral een wee gevoel van herinnering aan een kwade droom. En natuurlijk is dat de bedoeling van de kunstenaar: shockeren, Brechts verfreundungsgefühl, maar dan met de botte bijl. Geef mij maar wat subtielers.

Er was één zaal, zo groot als een half voetbalveld, die een stuk of vijf monumentale kunstwerken bevatte. Een dunne, op een rots van grotpapier lijkende polyesterwand, gelig transparant met daarin allemaal verschillende orchideeën.

Een mallejan met twee wielen met daaronder een viertal ongetwijfeld strategisch geplaatste lege jute zakken.

Toen ik zag dat er geen mens meer rondliep, reed ik de kinderwagen naar de meest lege plaats en beschouwde van een afstand het onweerlegbaar schoonste kunstwerk in deze zaal, en stelde tot mijn genoegen vast dat het van onze hand was.

Terug naar boven
Terug

This is a unique website which will require a more modern browser to work!

Please upgrade today!

Share